Ezekiel 5:2
7) Een derde deel Te weten in drie gelijke delen, betekenende dat de Joden door verscheidene soorten van straffen zouden uitgeroeid worden en omkomen. Zo wie de ene ontkwam, die zou in de andere vervallen. Vergelijk Jes. 24:18; Jer. 15:2. Isa 24.18 Jer 15.2 8) der stad Te weten van de stad Jeruzalem, alzo hij die op een tichelsteen afgemaald had, boven Ezech. 4:1; daarop nu zou hij dit droevig schouwspel met de verklaring daarvan, het volk dat in Chaldea woonde, waar de profeet was, vertonen. Eze 4.1 9) vuur verbranden, Hetwelk betekende al de straffen, waardoor een derde deel des volks, gedurende de belegering, in de stad zou omkomen, als door honger, kommer, pest, geschut en dergelijke plagen en ellenden genomen, Job 15:34; alzo onder Ezech. 5:4. Job 15.34 Eze 5.4 10) nadat de dagen der belegering vervuld worden; Dat is, gij zult dat derde deel niet alles tegelijk verbranden, maar nu en dan tot het einde der belegering. Anders: als de dagen der belegering zullen vervuld zijn. 11) slaande met een zwaard Hiermede wordt betekend dat een ander deel der Joden buiten de stad door den vijand verdaan zou worden, te weten als zij tegen hem zouden uitvallen, of ook de vlucht nemende, in zijne handen geraken; 2 Kon. 25:4. 2Ki 25.4 12) hetzelve, Te weten derde deel van het haar. 13) in den wind strooien; Versta door deze het overige derde deel der Joden, dat ten dele in de omliggende landen verstrooid is, ten dele gevankelijk gevoerd naar Ribla en Babel, 2 Kon. 25:11,20,21. 2Ki 25.11,20,21 14) zwaard Te weten der vijanden, hetwelk de gevluchte en gevangen Joden hier en daar achtervolgen, plagen en verslinden zou. Hebreeuws, achter hen ledig maken. Alzo Exod. 15:9; Lev. 26:33, onder Ezech. 5:12, en Ezech. 12:14. Ex 15.9 Le 26.33 Eze 5.12 12.14 Ezekiel 5:4
17) van die nemen, Te weten van die weinige overgeblevenen. 18) werpen in het midden des vuurs, Hetwelk betekende dat van de overgeblevenen onder de regering van Gedalia nog velen ellendiglijk omkomen zouden en verstrooid worden; 2 Kon. 25:25,26; Jer. 41:3. 2Ki 25.25,26 Jer 41.3 19) vuur tegen Versta, het vuur der ellenden en plagen. Zie boven Ezech. 5:2, alzo in het voorgaande van Ezech. 5:4. Eze 5.2,4 20) het gehele huis van Isral. Te weten dat het gehele overblijfsel van Juda en Isral daaronder vermengd, waar ze ook zijn, ten uiterste toe plagen en verderven zal. Zie Jer. 42:16, en Jer. 44:27,28. Jer 42.16 44.27,28
Copyright information for
DutKant