Ezra 1:6

14) kostelijkheden;

Zie Gen. 24:53.

Ge 24.53

15) alles,

Vergelijk Ezra 1:4.

Ezr 1.4

Isaiah 11:14

58) zij zullen

Te weten Efra‹m en Juda gelijkelijk.

59) op den schouder

Dit is geestelijkerwijze te verstaan, alzo namelijk, dat de gelovige Isra‰lieten de heidenen door de predikatie van het heilige Evangelie snellijk zullen op het lijf vallen, aangrijpen en overwinnen, overmits zij enigen hunner tot het Christengeloof brengen zullen, en de anderen zullen zij overtuigen dat zij gene ontschuldiging voor God hebben zullen. Immers geeft de profeet door deze gelijkenis [genomen van een roofvogel of vos, die de hoenders op het lijf valt] te kennen de victorie, welke de Heere zijne kerk tegen hare vijanden verlenen zou. Gelijk zulks door de apostelen en andere leraars is vervuld geworden.

60) tegen het westen,

Hebreeuws, tegen de zee aan. De Middellandse zee ligt ten lande van Kana„n tegen het westen. De profeet geeft hier te kennen dat het Evangelie zou gepredikt worden in het oosten en in het westen; zie Matth. 8:11.

Mt 8.11

61) zij zullen te zamen

Aldus spreekt de profeet oneigenlijk van de predikatie van het goddelijke Woord, willende te kennen geven dat de kerk van Christus al hare vijanden zou bestrijden en overwinnen door de kracht en den zegen des Heeren, om de uitverkorenen te brengen onder zijne gehoorzaamheid.

62) die van het oosten

Hebreeuws, de kinderen van het oosten. Zie Job 1:3, en de aantekening aldaar.

Job 1.3

63) [aan] Edom

Dat is, aan de Edomieten en Moabieten.

64) zullen zij

Hebreeuws, zal de zending hunner handen zijn.

65) de kinderen Ammons

Dat is de Ammonieten.

66) zullen hun

Te weten overmits zij de leer van het heilige Evangelie met een vast geloof zullen omhelzen.

Isaiah 66:20

99) al uw broeders

Te weten uwe broeders in Christus, of geloofsgenoten, de uitverkoren heidenen, die bekeerd zijnde door de predikatie van het heilig Evangelie tot Abrahams kinderen zullen gemaakt worden, en dienvolgens der Joden broeders zijn zullen.

100) [ten] spijsoffer

Of, tot ene offerande, om den Heere geofferd te worden. Anders: tot een geschenk. Zie Rom. 15:16; alzo ook onder in Jes. 66:20.

Ro 15.16 Isa 66.20

101) op paarden,

Dat is, met alle vlijt, en behulpelijke middelen.

102) op rosbaren,

Of, op bedekte wagens, op koetsen.

103) op snelle lopers,

Of, op snelle beesten, of op postpaarden.

104) naar Mijn heiligen berg

Dat is, tot de gemeenschap der heiligen; zie Jes. 2:2.

Isa 2.2

105) [naar] Jeruzalem,

Uit Jes. 66:23 is wel af te nemen dat dit niet is te verstaan van het stoffelijke Jeruzalem, want het is onmogelijk dat alle vlees alle maanden, of alle weken, daar komen zou om te aanbidden.

Isa 66.23
Copyright information for DutKant