Galatians 2:12

54) van Jakobus gekomen

Waarom Jakobus dezen naar Antiochi‰ gezonden had, is onzeker; sommigen menen om te laten vernemen naar den staat der gemeente aldaar, of iets den apostelen, daar zijnde, te kennen te geven.

55) at hij mede

Namelijk allerlei spijs, ook die in het Oude Testament verboden was, volgende de Christelijke vrijheid, waarvan hij door een hemels gezicht verzekerd was, Hand. 10, zodat hij daaraan weldeed.

56) met de heidenen;

Namelijk die tot Christus bekeerd waren, en het juk der ceremonie‰le wet nooit waren onderworpen geweest.

57) onttrok hij [zich]

Dat is, wilde hij met de gelovige heidenen niet meer eten, daarmede veinzende alsof hij verstond, dat het eten van allerlei spijs den Christenen ongeoorloofd zou zijn; waaraan hij zeer kwalijk deed, gelijk in het volgende blijkt.

58) vrezende degenen,

Dat is, vrezende dat hij dezen Joden daarmede oorzaak zou geven om kwalijk van hem te spreken. Zie dergelijke Hand. 11:2.

Ac 11.2

59) die uit de besnijdenis

Dat is, de Joden, die tot den Christelijken godsdienst bekeerd waren, en nog het onderscheid der spijzen onderhielden, volgens de wet der ceremoni‰n, van de afdoening derzelve nog niet ten volle onderricht zijnde.

Copyright information for DutKant