Galatians 3:10

33) uit de werken der

Dat is, die hunne rechtvaardigheid en zaligheid zoeken door de onderhouding der wet van Mozes.

34) die zijn onder den vloek;

Namelijk omdat zij de wet niet volkomen onderhouden, en daarom door de wet de zegening of rechtvaardigmaking niet kunnen verkrijgen. Want zegening en vloek strijden tegen elkander.

35) er is geschreven:

Namelijk Deut. 27:26.

De 27.26

36) een iegelijk, die

De apostel volgt hier de Griekse overzetting, alzo deze de mening van den Hebreeuwsen grondtekst zeer wel uitdrukt, hoewel de woorden een iegelijk en al daar niet uitgedrukt staan.

37) om dat te doen.

Namelijk volmaakt in alle delen, en op zulke wijze als God beveelt. En daaruit blijkt dat door de werken der wet hier verstaan worden, niet alleen de werken van de wet der ceremoni‰n, maar ook der zeden of tien geboden.

James 2:10

30) wie

Niet dat iemand de gehele wet volmaakt kan onderhouden, maar dit wordt gezegd onder voorwaarde, zo daar iemand ware, of zo iemand daarin roemt, gelijk de jongeling, Matth. 19:20.

Mt 19.20

31) de gehele wet

Namelijk uitgenomen dit ene, waarin hij mistreedt.

32) struikelen, die

Dat is, zondigen; een gelijkenis, genomen van degenen, die onder het wandelen of lopen hun voet stoten en vallen; zie hierna Jak. 3:2.

Jas 3.2

33) is schuldig

Dat is, heeft zich schuldig gemaakt aan de straf, die de wet tegen de overtreders uitspreekt, Deut. 27:26. Vervloekt is hij, die niet blijft in al, enz. Want die den wetgever durft verachten in het ene, die durft hem ook verachten in het andere; en die ‚‚n lid van het lichaam kwetst, wordt gezegd het gehele lichaam gekwetst te hebben.

De 27.26
Copyright information for DutKant