Galatians 3:24

106) onze

Namelijk de Joden, die onder de wet waren.

107) tuchtmeester geweest

Grieks Paedagoges; hetwelk betekent een die de kinderen ter school leidt, onderwijst en tuchtigt. Zo vergelijkt hij dan de Joden onder de wet bij kinderen, en de gelovige Christenen bij volwassenen, die geen tuchtmeester meer van node hebben.

108) tot Christus,

Dat is, om ons te leiden tot Christus. Hetwelk de wet der zeden doet, als zij ons van zonde overtuigt en den vloek verkondigt, en derhalve ons toont dat wij dan, om behouden te worden, onze toevlucht tot Christus moeten nemen, die ons van de zonde en den vloek verlost heeft; en de wet der ceremoni‰n, dewijl deze de mensen niet alleen overtuigde van hunne zonden, maar ook voorbeelden en afbeeldingen van Christus en Zijne weldaden waren, 1 Cor. 5:7; Col. 2:17, en leerden dat hetgeen door dezelve afgebeeld was, in Christus alleen te vinden is;; Hebr. 9:10,11, enz.

1Co 5.7 Col 2.17 Heb 9.10,11

109) uit het geloof

Dat is, door de verdiensten van Christus met waar geloof van ons aangenomen, en ons van God uit genade toegerekend.

Galatians 4:3

7) wij ook,

Namelijk Joden, die nu leden van de gemeente van Christus zijn.

8) toen wij kinderen

Namelijk ten tijde des Ouden Testaments, voor de toekomst van Christus.

9) dienstbaar gemaakt

Dat is, onderworpen en schuldig te onderhouden.

10) onder de eerste

Grieks elementen; dat is onder de ceremoni‰n die in uiterlijke en aardse dingen bestaan, en gelijk als de eerste aanleiding en begin waren van de zaligmakende kennis. Zie Col. 2:8.

Col 2.8

Galatians 4:9

34) God kent,

Dat is, den waren God, die van nature en naar zijn wezen God is.

35) ja, veelmeer

Dit doet de apostel daarbij, om aan te wijzen dat zij deze kennis niet hebben uit zichzelven, door kloekheid huns verstands, maar door de genade Gods, door welke Hij hun is voorgekomen en hen tot deze kennis gebracht heeft.

36) gekend zijt,

Namelijk voor de Zijnen. Zie Matth. 7:23; 2 Tim. 2:19. Dat is, die God uit enkel barmhartigheid verwaardigd heeft met Zijne kennis te verlichten. Zie ook 1 Cor. 8:3, en 1 Cor. 13:12.

Mt 7.23 2Ti 2.19 1Co 8.3 13.12

37) hoe keert gij u

Dat is, wilt u niet keren.

38) wederom

Namelijk van de ene dienstbaarheid tot de andere; van de dienstbaarheid der afgoden tot de dienstbaarheid der ceremoni‰n.

39) tot de zwakke

Dat is, tot de ceremoni‰n en de leer der wet, die gene macht hebben om u daardoor te rechtvaardigen. Zie Hebr. 7:18,19.

Heb 7.18,19

40) wederom

Namelijk gelijk gij tevoren de afgoden diende.

41) van voren aan

Of, van boven af.

42) wilt dienen?

Dat is, tot dienstbaarheid derzelve u begeven, omdat gij namelijk de leer der valse apostelen wilt volgen.

Copyright information for DutKant