Galatians 3:27

116) zovelen als gij

Dit is, allen die gedoopt zijn; hetwelk verstaan moet worden van al degenen, die niet alleen den uitwendigen doop des waters, maar ook den inwendigen doop des Geestes ontvangen, 1 Petr. 3:21, gelijk blijkt in Simon den tovenaar, Hand. 8:13,21, die wel den uitwendigen, maar den inwendigen doop niet heeft ontvangen.

1Pe 3.21 Ac 8.13,21

117) in Christus gedoopt

Dat is, in den naam en in het geloof van Christus.

118) aangedaan.

Namelijk als een geestelijk kleed, waarmede onze geestelijke naaktheid en schaamte bedekt wordt, en wij als met een bruiloftskleed versierd worden; Rom. 13:14.

Ro 13.14

Revelation of John 3:18

46) van mij koopt goud,

Dat is, begeert of zoekt te verkrijgen, niet door enige uwer verdienste [want Christus zegt hier dat Hij naakt en arm was], maar uit genade en om niet, door het gebed, gelijk verklaard wordt Jes. 55:1; zie ook Matth. 11:28.

Isa 55.1 Mt 11.28

47) beproefd komende uit

Of dat gloeiend uit het vuur komt; dat is, dat uit het vuur getrokken nu de proef heeft doorstaan, waardoor het ware geloof verstaan wordt, hetwelk door het vuur der verzoekingen beproefd wordt, 1 Petr. 1:7, en dat al de rijkdommen van Christus' lijden zich toe‰igent en tot zich overbrengt.

1Pe 1.7

48) witte klederen, opdat

Dat is, de rechtvaardigheid en heiligheid van Christus, waardoor onze geestelijke ellende en naaktheid voor God bedekt wordt, gelijk verklaard wordt Openb. 7:13,14, en Openb. 19:8.

Re 7.13,14 19.8

49) ogenzalf, opdat gij zien moogt.

Of ogenwater; dat is het rechte verstand van Zijn woord en de kracht van Zijn Geest, waardoor wij gebracht worden tot kennis van onszelf en van de genade Gods jegens ons; Ps. 19:9, en Ps. 119:105.

Ps 19.8 119.105
Copyright information for DutKant