Galatians 4:26

109) Jeruzalem, dat

Dat is, de Christelijke Kerk en religie, die hare zaligheid zoekt, niet door het eerste verbond der wet, namelijk door de werken der wet, maar door het tweede des Evangelies, namelijk door de verdiensten van Christus met een waar geloof aangenomen; welke haren oorsprong heeft van den hemel, door de krachtige roeping des Heiligen Geestes. Zie Hebr. 12:22; Openb. 3:12, en Openb. 21:10.

Heb 12.22 Re 3.12 21.10

110) dat is vrij,

Namelijk van de dienstbaarheid en vloek der wet; en wordt bij Sara en Izak, die vrije personen waren, met recht vergeleken; waarom het ook de erfenis des hemels be‰rven zal.

111) ons aller

Namelijk gelovigen, zo Joden als heidenen die hunne zaligheid in Christus alleen zoeken.

112) moeder.

Gelijk Sara de moeder was van Izak, die de erfgenaam zijns vaders was, omdat hij uit een vrije moeder was geboren.

Hebrews 12:18

49) Want gij zijt niet gekomen

Dit hangt aan de voorgaande vermaning tot vrede, heiligmaking, enz., omdat de Isra‰lieten, als zij de wet zouden horen, Exod. 20, drie dagen tevoren zich moesten heiligen, hun klederen wassen en zich onthouden van hun vrouwen. Zie Exod. 19:10, enz. Hebben zij dan dit moeten doen, als zij God de wet hoorden uitspreken, hoeveel te meer moet gij u reinigen naar den Geest, nu gij komt tot de vergadering van het Nieuwe Testament, om Christus' stem te horen.

Ex 19.10

50) den tastelijke berg,

Dat is, den zienlijken berg, namelijk Sina‹, of Horeb; waarvan zie Exod. 19:17, enz.; Deut. 5:2.

Ex 19.17 De 5.2

Hebrews 12:22

55) den berg Sion,

Dat is, tot de algemene kerk en de ware gemeente van Jezus Christus, waarvan de berg Sion een voorbeeld was. Zie Ps. 2:6; Jes. 2:3, en Jes. 49:14, enz., die terstond ook de stad Gods en het hemels Jeruzalem genoemd wordt, omdat zij van God uit den hemel wordt opgericht, bijzonder geregeerd en verheerlijkt. Zie Openb. 3:12, en Openb. 21:2,10. Zie ook Zach. 2:4, enz.

Ps 2.6 Isa 2.3 49.14 Re 3.12 21.2,10 Zec 2.4

56) de vele duizenden der engelen;

Namelijk die ook dienaars van Christus zijn, en mede-dienstknechten der gelovigen, gelijk de engel spreekt Openb. 19:10, en Openb. 22:9.

Re 19.10 22.9
Copyright information for DutKant