Genesis 1:27

47) Gods schiep

Dat is, niet naar des mensen evenbeeld, dat geschapen werd, gelijk de voorgaande woorden zouden kunnen genomen worden, maar naar het beeld van God, die hem geschapen heeft verg. onder Gen. 5:1; Gen. 9:6.

Ge 5.1 9.6

Genesis 5:1

1) boek van

Of, verhaal, register, rekening, optelling der geboorten, of geslachten, dat is, dergenen die van Adam geboren zijn; versta niet van allen, maar degenen, uit wie de Heere Christus, naar het vlees, door Seths linie geboren is, Luk. 3: en die voor het merendeel den waren godsdienst, tot den zondvloed toe, bewaard hebben.

2) naar den gelijkenis Gods.

Dat is, naar zijne gelijkenis, zie boven Gen. 1:26,27.

Ge 1.26,27

Ephesians 4:24

48) den nieuwen

Alzo noemt de apostel de wedergeboorte of vernieuwing der mensen, bestaande in de verlichting des verstands, en verandering van den wil tot heiligheid en rechtvaardigheid, in welke het beeld Gods bestaat, waarvan het laatste hier wordt uitgedrukt, en het eerste hierna, Col. 3:10, van den apostel zal uitgedrukt worden.

Col 3.10

49) aandoen,

De apostel vergelijkt hier deze vernieuwing des mensen bij een nieuw kleed, gelijk Ef. 4:22 de natuurlijke verdorvenheid bij een oud verdorven kleed, hetwelk hij zegt dat de gelovigen moeten afleggen en het nieuwe aandoen; omdat zij nu door den Geest Gods wedergeboren zijnde, in beide meer en meer moeten voortgaan en toenemen, door het gebruik der middelen, die God daartoe heeft geordineerd; namelijk met kloekmoediglijk tegen de zonde door den Geest Gods te strijden, Rom. 8;13, en de gave Gods te verwekken, 2 Tim. 1:6,7. Gods woord naarstiglijk te horen en overleggen, Ps. 1:2; 2 Tim. 3:16,17, de sacramenten waardiglijk te gebruiken, 1 Cor. 11:17,18, enz., ijverige gebeden tot God te storten, Ef. 6:18, en dergelijke. Zie ook Joh. 15:2; 1 Cor. 9:25,26, enz.

Eph 4.22 2Ti 1.6,7 Ps 1.2 2Ti 3.16,17 1Co 11.17,18 Eph 6.18 Joh 15.2 1Co 9.25,26

50) in ware rechtvaardigheid

Grieks in rechtvaardigheid en heiligheid der waarheid.

Colossians 3:10

22) die vernieuwd

Namelijk van dag tot dag, gelijk Paulus daar bijvoegt, 2 Cor. 4:16. Want hoewel de gelovigen den ouden mens alrede hebben aangelegd en den nieuwen aangedaan, ten aanzien van de heersende kracht van beide, zo moeten dezelve nochtans daarin dagelijks toenemen, gelijk de apostel hier vermaant, door het gebruik der middelen, daartoe van God ingesteld, waarvan zie de aantekeningen Ef. 4:24.

2Co 4.16 Eph 4.24

23) tot kennis,

Of, tot erkentenis. Want daartoe worden wij door den Geest van Christus in ons verstand verlicht, opdat wij God recht zouden kennen, en voor onzen God erkennen, gelijk Hij in de eerste schepping gekend en erkend was.

24) Die hem geschapen heeft;

Namelijk naar Zijn evenbeeld, Gen. 1:26,27, waartoe wij nu wederom door den Geest van Christus worden herschapen, 2 Cor. 3:18.

Ge 1.26,27 2Co 3.18
Copyright information for DutKant