Genesis 10:14
45) Pathrusim, Die omtrent de stad Pathros in Egypte gewoond hebben. Zie van dezen Jes. 11:11. Isa 11.11 46) Kasluhim, De inwoners van Cassiotis. 47) van waar Als ook van Caphthorim. Zie Deut. 2:23; Jer. 47:4; Amos 9:7. Het schijnt dat deze twee broeders uit hun woonplaats tezamen zijn opgetogen, en het land Palestina hebben ingenomen, waarom zij Filistijnen genaamd zijn. De 2.23 Jer 47.4 Am 9.7 48) Filistijnen Dat is, inwoners van Palestina. 49) uitgekomen Anders, afgekomen. 50) Kaphtorim. Afkomstig uit Caphtor; zie daarvan Deut. 2:23. De 2.23Deuteronomy 2:23
27) Kafthorieten, Zie Gen. 10:14. Ge 10.14 28) Avieten, Die tevoren in het land der Filistijnen gewoond hebben. Zie Joz. 13:3, en 2 Kon. 17:24,31. Jos 13.3 2Ki 17.24,31 29) Gaza toe woonden, Zie Gen. 10:19. Ge 10.19Amos 9:7
28) Moren, Hebr. Cuschiim. God wil zeggen dat Hij Isral wel boven andere volken uir genade verheven had, [Amos 3:2], maar dat zij van zichzelven en ten aanzien hunner goddeloosheid en ondankbaarheid nu niet beter en waardiger voor hem waren dan de verachte en vervloekte nakomelingen van Cusch, den zoon van Cham; Gen. 10:6. Am 3.2 Ge 10.6 29) Heb Ik Isral niet opgevoerd uit Egypteland, Alsof de Heere zeide: Ik heb u [het is waar] uit de slavernij van Egypte verlost en Kanan ingegeven, maar gij weet mij daarvoor zo weinig dank, als de Filistijnen en Syrirs, die Ik uit Kaftor en Kir heb uitgevoerd. Of, de Heere wil zeggen dat Hij de verlossing van Isral, vermits hunne ondankbaarheid nu niet meer acht, dan of Hij een hoop heidenen, gelijk Moren en Syrirs, verlost had. 30) Kafthor, Zie Gen. 10:14, alwaar de Filistijnen en Kaftorim gesteld worden onder de nakomelingen van Mizraim, den zoon van Cham, Gen. 10:6, en verg. wijders Deut. 2:23, en Jer. 47:4, met de aantekening. Ge 10.14,6 De 2.23 Jer 47.4 31) Syriers Hebr. Aram; dat is, Syri, en voorts de Syrirs. Zie Gen. 10:22. Ge 10.22 32) Kir? Zie 2 Kon. 16:9, en Amos 1:5, alwaar gezegd wordt dat de Syrirs naar Kir gevankelijk zouden worden weggevoerd. Hier schijnt gesproken te worden van hunne verlossing uit Kir, waarvan elders niet vermeld wordt, gelijk bij de profeten verscheidene geschiedenissen worden gevonden, die elders nergens zijn verhaald en in dien tijd bekend waren. 2Ki 16.9 Am 1.5
Copyright information for
DutKant