Genesis 10:19

63) landpale

De grenzen van het land Kana„n worden hier afgetekend; welke waren in de lengte aan de westzijde Sidon noordwaarts, en Gaza zuidwaarts; aan de oostzijde, Laza noordwaarts, en Sodom zuidwaarts; zijnde aldus de breedte aan de noordzijde Sidon en Laza; aan het zuideinde Gaza en Sodom.

64) Gaza toe,

Hebr. Azza.

65) Sodom

Hebr. Sedom. Zie van deze stad en de drie volgende, onder Gen. 13:10, Gen. 14:2.

Ge 13.10 14.2

66) Gomorra,

Hebr. Amora.

67) Adama,

Hebr. Adma.

68) Zebo‹m,

Hebr. Tsebo‹m.

69) Lasa toe.

Hebr. Laschah.

Genesis 12:7

17) Zo verscheen de HEERE Abram;

Om door een nieuwe openbaring Abram in het geloof te versterken, die het land bewoond zag met Kana„nieten.

18) Toen bouwde hij aldaar een altaar

Te weten, om aldaar offeranden, gebeden en dankzeggingen te doen; en den gehelen uiterlijken godsdienst onder de zijnen tegen de afgoderij der Kana„nieten te oefenen; hetwelk geheten wordt den naam des Heeren aanroepen; zie vs. 8, en boven Gen. 4:26.

Ge 12.8 4.26
Copyright information for DutKant