Genesis 13:16

27) zaad

Abrams zaad en het stof der aarde worden vergeleken met elkander, ten aanzien niet van een gelijk getal, maar van een grote menigte, die bij de mensen ontelbaar is; zie dergelijke manier van spreken, onder Gen. 15:5, en Gen. 22:17, en Gen. 32:12.

Ge 15.5 22.17 32.12

Genesis 28:14

20) als het

Zie boven, Gen. 13:16.

Ge 13.16

21) gij zult

Dat is, krachtiglijk in korten tijd zeer vermenigvuldigd en uitgebreid worden. Alzo ook onder, Gen. 30:30; Jes. 54:3.

Ge 30.30 Isa 54.3

22) westwaarts

Hebr. zeewaarts, of naar de zee; zie boven, Gen. 12:8.

Ge 12.8

23) en in

Zie boven, Gen. 12:3, en Gen. 22:18 .

Ge 12.3 22.18
Copyright information for DutKant