Genesis 13:18

28) sloeg tenten op,

Dat is, in het reizen en vertrekken sloeg hij hier en daar zijn tenten op.

29) eikenbossen

Anders, in de effen velden.

30) Mamre,

Deze Mamre was een Amorieter, wonende bij Hebron. Zie onder Gen. 14:13,24, en hij is te onderscheiden van More, boven Gen. 12:6.

Ge 14.13,24 12.6

31) bij Hebron zijn;

Of, die te Hebron is; welke stad in dezen tijd was genoemd Kiriath-Arba, of de stad Arba, maar naderhand Hebron. Zie onder Gen. 23:2, en Gen. 35:27; Num. 13:22; Joz. 14:15; 2 Sam. 5:5.

Ge 23.2 35.27 Nu 13.22 Jos 14.15 2Sa 5.5

Genesis 23:2

1) Kiriath Arba,

Anders, in de stad Arba. Sommigen houden dezen naam gekomen te zijn van een reus, bouwer dezer stad. Zie Joz. 14:15 en Joz. 15:13.

Jos 14.15 15.13

2) Hebron,

Een stad, die daarna in den stam van Juda geweest is, gelegen bij het eikenveld Mamre, waar Abraham langen tijd gewoond heeft. Zie voorts boven, Gen. 13:18

Ge 13.18

3) kwam om

Te weten, in de tent zijner vrouw. Zie boven Gen. 18:6,9.

Ge 18.6,9

4) te beklagen

Dit gebruik is bij de vromen vanouds af geweest, om hun droefenis te verklaren in het algemeen over de ellende aller mensen, en in het bijzonder over het tijdelijk verlies van hun vrienden, of enige uitnemende personen. Zie hiervan ond. Gen. 50:3; Deut. 34:8; 1 Sam. 25:1; 2 Sam. 3:32; Hand. 8:39, enz. Welk gebruik bijgelovig door de ongelovigen nagebootst is geweest. Zie Mark. 5:38,39, enz.

Ge 50.3 De 34.8 1Sa 25.1 2Sa 3.32 Ac 8.39 Mr 5.38,39

Genesis 23:19

23) tegenover

Hebr. tegen het aangezicht Mamre.

24) Hebron,

Zie bov. Gen. 23:2.

Ge 23.2

25) in het

Hetwelk wel Abraham en zijn zaad door God gegeven was, om te zijner tijd erfelijk te bezitten, maar daar hij vooralsnog een vreemdeling daarin was, heeft hij [gelijk ook andere gelovige voorvaders] begeerd daarin begraven te worden, tot een teken dat zij geloofden de beloftenis Gods, van dit land te zullen bezitten, hetwelk hun een pand was van het hemelse Kana„n.

Copyright information for DutKant