Genesis 14:14

30) broeder

Dat is, zijn neef, zijns broeders Harans zoon; zie boven Gen. 11:27.

Ge 11.27

31) onderwezenen,

Of, leerlingen. Het Hebr. woord betekent een, die van jongsaf in enig ding onderwezen is, zij in religie, krijgszaken, of in iets anders. Anders toege‰igenden van zijn huis.

32) Dan toe.

Een stad aan den voet van het gebergte Libanon en de noordelijke grens van het land Palestina, tevoren genoemd Leschem, Joz. 19:47, of Lais, Richt. 18:27.

Jos 19.47 Jud 18.27
Copyright information for DutKant