Genesis 14:18

37) Melchizedek,

Hebr. Melchitsedek, die een voorbeeld was op Christus. Zie Ps. 110:4; Hebr. 7:1.

Ps 110.4 Heb 7.1

38) Salem,

Hebr. Schalem, daarna genoemd Jeruzalem.

39) bracht

Om Abram te vereren en zijn vermoeid heir te verversen, en niet om God daarmede offerande te doen. Want het Hebr. woord, dat hier staat, wordt nergens in de Heilige Schrift voor offeren gebruikt.

Psalms 48:1-3

1) lied

Of, een gezang, een psalm, gelijk integendeel het opschrift van der dertigste psalm is: een psalm, een lied. Het onderscheid van dezen was, naar sommigen gevoelen, dat een psalm, een lied begonnen is met het spelen der instrumenten, de stemmen daarna volgende; en een lied, een psalm, begon van het zingen met stemmen, de instrumenten der muziek daarop volgdende. Doch anderen houden het voor ‚‚n ding.

2) kinderen

Zie Ps. 42:1.

Ps 42.1

3) te prijzen

Of, prijselijk, prijswaardig; gelijk 2 Sam. 22:4; Ps. 18:4, en Ps. 145:3.

2Sa 22.4 Ps 18.3 145.3

4) stad

Jeruzalem, afbeeldende de kerk Gods en het hemelse Jeruzalem, gelijk mede Zion, Hebr. 12:2; Openb. 14:1.

Heb 12.2 Re 14.1
5) gelegenheid

Of, situatie, streek. sommigen verstaan dit als ene beschrijving van de stad, in dezen zin: schoon van gelegenheid, ene vreugde der ganse aarde. Te weten, is deze stad; en dan voorts: Aan de zijde van het noorden is de berg Zion.

6) ganse

Niet alleen van het Joods land ten aanzien der ontvangen verlossing, maar ook der ganse wereld, want daarvandaan zou het licht en heil uitgaan in de ganse wereld, en daartoe zouden zich de heidenen met vreugde begeven; Jes. 2:2,3; Micha 4:1; Hand. 1:8.

Isa 2.2,3 Mic 4.1 Ac 1.8

7) noorden

Waar de tempel gebouwd was, Jes. 14:13. Verg. Ezech. 40:2.

Isa 14.13 Eze 40.2

8) konings

Te weten, Gods, gelijk onder Ps. 48:9, en Mal. 1:14, waar God in woont; Zach. 8:3.

Ps 48.8 Mal 1.14 Zec 8.3

Psalms 48:8

12) Met

De zin is: Gij, HEERE, hebt deze koningen met al hun macht en pracht alzo verbroken, gelijk Gij de grote en fiere schepen in den oceaan met een sterken oostenwind zeer haasteglijk en lichtelijk in stukken slaat.

13) Tharsis

Zie 1 Kon. 10:22.

1Ki 10.22

Hebrews 7:1

1) deze Melchizedek

De apostel verhaalt deze geschiedenis van Melchizedek uit Gen. 14:17, enz., gelijk ook hierna uit Ps. 110, in welke plaatsen des Ouden Testaments alleen van hem gewag gemaakt wordt. Sommigen menen, dat deze geweest is Sem, de zoon van Noach, de voorvader van Abraham, welke Sem alsdan nog heeft geleefd, gelijk uit de vergelijking van zijn ouderdom met dezen tijd, dat dit Abraham is geschied, blijkt, in wiens huisgezin zonder twijfel de rechte kennis en dienst Gods is gebleven. Doch hiertegen strijdt, dat hij hierna gezegd wordt geweest te zijn zonder vader, zonder moeder en zonder geslachtregister.

Ge 14.17

2) van Salem,

Meest al de oude leraars menen, dat dit Salem is geweest de stad die daarna Jeruzalem wordt genoemd; hoewel Hieronymus met enige anderen houden, dat dit Salem is geweest omtrent de Jordaan, waarvan gewag gemaakt wordt Joh. 3:23, omtrent welke stad enige vlakke velden zijn geweest, waarvan gesproken wordt Gen. 14:17; en Hieronymus getuigt dat in zijn tijd de overblijfselen van het paleis van Melchizedek in dit Salem aan de Jordaan nog werden getoond.

Joh 3.23 Ge 14.17

3) des allerhoogsten Gods,

Dat is, des waarachtigen Gods, den bezitter van hemel en aarde, gelijk Melchizedek spreekt Gen. 14:19; met welken titel hij hem onderscheidt van de priesters der valse goden, waar de wereld eertijds mede vervuld was, welke ook zelfs enige voorouders van Abraham over den Eufraat gediend hebben; Joz. 24:14.

Ge 14.19 Jos 24.14

4) hem zegende;

Namelijk als een priester des Allerhoogsten, en met priesterlijk gezag, gelijk het bewijs, dat Paulus Hebr. 7:7 hieruit trekt, ook vereist.

Heb 7.7
Copyright information for DutKant