Genesis 15:1

1) in een

Een soort der goddelijke openbaring, waardoor den mens, als hij niet slaapt, •f uitwendig van God iets voorkomt, •f in zijn geest opgetrokken wordt, om door denzelven inwendig te zien, of te verstaan hetgeen de Heere hem wil bekendmaken, Num. 12:6,7,8, Num. 24:4; Jes. 1:1; Hand. 10:10,11. Het schijnt dat God in dit gezicht Abram ook uitwendig op zichtbare wijze verschenen is; zie vs. 5 enz.

Nu 12.6,7,8 24.4 Isa 1.1 Ac 10.10,11 Ge 15.5

2) Ik ben

Deze woorden begrijpen de volheid aller gelukzaligheid, die God zijn kinderen in den Messias belooft en geeft, bestaande in de bescherming tegen alle kwaad, en toevoeging van alles goeds, hier aanvankelijk en hierna volmaaktelijk.

Ezekiel 4:4

12) Lig gij ook neder

Te weten tot een teken dat God zolang gelijk stil en slapende geweest was, verdragende de misdaden van zijn volk. Nu houdt men dit van den profeet geschied te zijn, niet dadelijk in zijn persoon, maar in een profetisch gezicht en afbeelding deszelven, die hij in het prediken het volk vertonen moest. Doch enigen menen dat ook iets van dezen inderdaad het volk vertoond is.

13) linkerzijde,

Te weten om daarmede te betekenen, dat deze eerste nederligging was ten aanzien der kinderen Isra‰ls, [hoewel sommigen hier niet alleen de tien stammen, maar ook Juda verstaan, vanwege de gemeenschap van hunne zonden, inzonderheid der afgoderij], welker hoofdstad Samaria dengenen, die tussen dezelve en de stad Jeruzalem met hunne aangezichten naar het oosten stonden, aan de linkerzijde was, dat is noordwaarts; gelijk Jeruzalem de hoofdstad der Joden aan de rechterzijde, dat is, zuidwaarts. Of, versta door de linkerzijde dat de Isra‰lieten de onwaardigsten waren van Gods volk, omdat zij onder Jerobeam van den rechten godsdienst afgevallen waren; zie onder Ezech. 4:6.

Eze 4.6

14) [naar] het getal der dagen,

Dit woord is hier ingevoegd uit Ezech. 4:5.

Eze 4.5

15) hun ongerechtigheid dragen.

Te weten niet als Christus, om de schuld en de straf der ongerechtigheid door voldoening weg te nemen, maar als een goddelijk teken hun door deze afbeelding voorgesteld, beduidende Gods lankmoedigheid, waardoor Hij vele jaren hunne moedwilligheid verdragen had, en de zwaarheid der straf, die zij nu hadden te verwachten.

Ezekiel 8:2

7) zag ik,

Te weten in den geest en in optrekking der zinnen; zie van de profetische gezichten Gen. 15:1 en Gen. 46:2.

Ge 15.1 46.2

8) gelijkenis,

Te weten van den vorm eens mensen.

9) vuur;

Hetwelk betekende Gods wraak en rechtvaardige gramschap, die ontstoken was tegen de goddeloosheid. Vergelijk Deut. 4:24.

De 4.24

10) ener klaarheid,

Betekende Gods majesteit en aangename vriendelijkheid jegens degenen, die met gelovigen eerbied zijn woord ontvangen; zie boven Ezech. 1:28.

Eze 1.28

11) van Hasmal.

Zie boven Ezech. 1:4.

Eze 1.4

Ezekiel 11:24-25

73) door den Geest Gods

Dat is, dat mij van den Geest Gods gewezen was. Vergelijk boven Ezech. 4:4. De zin is, dat dit hem al geschied is in het gezicht zijns geestes en niet dadelijk in zijn lichaam, hetwelk nu vast in Chaldea bleef.

Eze 4.4

74) de gevankelijk weggevoerden;

Hebreeuws, gevankelijke wegvoering. Alzo in Ezech. 11:25. Zie boven Ezech. 1:1.

Eze 11.25 1.1

75) van mij op.

Dat is, hield op, of verdween.

76) woorden des HEEREN,

Of, zaken, dingen.

Hosea 3:1

1) zeide tot mij:

Te weten in een gezicht. Vergelijk boven Hos. 1, Hos. 2, Hos. 3.

2) vriend,

Dat is, echte man, gelijk Jer. 3:20. Hierdoor heeft God de tien stammen willen afbeelden de liefde, die Hij hun toedroeg en bewees, en daartegen hunne ontrouw en ondankbaarheid, die zij met hun schandelijk geestelijk overspel der afgoderij tegen hem bewezen, gelijk de volgende woorden verklaren.

Jer 3.20

3) gelijk de HEERE de kinderen Isra‰ls bemint,

Hebreeuws, naar de liefde des Heeren [met welke Hij liefheeft] enz. gelijk elders.

4) druiven.

Dat is, wijnflessen; waardoor God hun verwijt de dronkenschap, dien zij pleegden in hunne maaltijden, die zij ter ere der afgoden hielden in alle overdaad, dronkenschap en wellustigheid, naar de wijze der heidenen. Zie onder Hos. 4:18.

Ho 4.18
Copyright information for DutKant