Genesis 16:12

20) woudezel

Dat is een wild, woest mens, gelijk een wilde of woudezel, daaronder begrepen dat hij zou zijn een onversaagd en vreeslijk krijgsman. Zie onder, hoofdstuk Gen. 21:20.

Ge 21.20

21) zijn hand zal

Dat is, tot vechten en oorlogen zal hij ieder tergen, en zal ook daarom door anderen getergd worden. Versta dit niet alleen van zijn persoon, maar ook van zijn nakomelingen.

22) en hij zal wonen

De zin is, dat hij de grenzen zijner woning wijd en breed zou uitspreiden, tot onder zijn maagschap, die hij niet zou vrezen, maar haar stoutelijk het aangezicht bieden. Zie onder, Gen. 25:18.

Ge 25.18
Copyright information for DutKant