Genesis 17:17

31) viel Abraham

Zie boven vs. 3.

Ge 17.3

32) lachte;

Te weten, niet uit twijfeling, gelijk Sara, onder Gen. 18:12, maar uit verwondering en blijdschap, sterk in het geloof zijnde, en ten volle vertrouwende, dat God, hetgeen Hij beloofd had, kon en zou volbrengen. Zie Rom. 4:19,20,21.

Ge 18.12 Ro 4.19,20,21

33) die honderd

Hebr. een zoon van honderd jaar.

34) die negentig

Hebr. een dochter van negentig jaar.

Copyright information for DutKant