Genesis 17:7

11) oprichten

Of, bevestigen.

12) eeuwig

Eeuwig voor alle gelovigen in Christus, ten aanzien van het lichamelijke, mitsgaders de gevolgen daarvan, en in het bijzonder dit sacrament der besnijdenis.

13) God, en

Dat is, tot uw Zaligmaker, door den toekomstigen Messias. Deze manier van spreken begrijpt de goederen, die dit verbond der genade medebrengt. Zie Lev. 26:12; Ps. 33:12, en Ps. 144:15; Jer. 31:33.

Le 26.12 Ps 33.12 144.15 Jer 31.33

Acts 2:39

80) de belofte

Namelijk, die tevoren is verhaald uit Jo‰l. 2:28, en dat ook volgens het verbond Gods, dat Hij met Abraham en zijn zaad gemaakt heeft; Gen. 17:7.

Joe 2.28 Ge 17.7

81) uw kinderen,

Dat is, uwe zonen en dochteren; gelijk er staat Jo‰l. 2:28.

Joe 2.28

82) verre zijn,

Dat is, die nog namaals zullen geboren worden, van geslacht tot geslacht; of den heidenen; want die worden ook gezegd verre geweest te zijn; Jes. 57:19; Ef. 2:13.

Isa 57.19 Eph 2.13

83) toe roepen zal.

Namelijk tot de uitverkoren Joden, door de predikatie des Evangelies.

Acts 16:15

37) huis, bad

Dat is, ganse huisgezin.

38) den Heere getrouw

Of, aan den Heere; namelijk Christus gelovig ben.

39) blijft er.

Dat is, logeer er, zolang gij hier zult zijn.

40) dwong ons.

Namelijk met vriendelijk bidden en aanhouden.

Acts 16:33

69) wies [hen]

Namelijk van het geronnen bloed door de geseling veroorzaakt, om de wonden te verzachten.

Copyright information for DutKant