Genesis 18:12

29) Zo lachte

Niet uit geloof, gelijk tevoren Abraham, maar uit zwakheid, ziende meer op de natuur, dan op Gods macht.

30) bij zichzelve,

Hebr. in haar midden.

1 Peter 3:6

8) dochters

Grieks kinderen; namelijk naar den geest, gelijk Abraham de vader is aller gelovigen; Rom. 4:16.

Ro 4.16

9) gij geworden zijt,

Dat is, gij metterdaad bewijst geworden te zijn, gelijk Joh. 15:8.

Joh 15.8

10) voor enige verschrikking.

Of met. Het Griekse woord betekent een haastige of schielijke verbaasdheid, gelijk een vogel of enig ander dier verbaasd is, wanneer het iets ziet of hoort dat hem gevaarlijk is. Deze verbaasdheid, die het vrouwelijk geslacht licht overkomt, wegens de zwakheid van hare natuur, verklaart de apostel dat zij in den dienst harer mannen licht kunnen ontgaan, als zij maar weldoen en een goed geweten voor God houden.

Copyright information for DutKant