Genesis 18:17

36) Zal ik

Dat is, Ik zal het Abraham geenszins verbergen. Zie dergelijke manier van vragen, die stijf loochenen, 2 Sam. 7:5, verg. met 1 Kron. 17:4; Matth. 7:16. Verg. met Luk. 6:44. Zie ook Amos 3:7.

2Sa 7.5 1Ch 17.4 Mt 7.16 Lu 6.44 Am 3.7

Genesis 48:16

30) engel, die

Dewijl Jakob van dezen engel hetzelfde verzoekt, wat hij, Gen. 48:15, van God bidt, zo kan dit van geen geschapen engel verstaan worden, maar moet verstaan zijn van Gods Zoon. Zie boven, Gen. 22:11.

Ge 48.15 22.11

31) dat in hen

Dat is, dat zij in mijn geslacht gerekend, en mijn en mijner vaderen Abrahams en Izaks kinderen genoemd en daarvoor gehouden worden. Dit is aldus geschied; want zij zijn onder de twaalf stammen Israels gesteld geweest, gelijk Jakobs eigen kinderen; verg. boven, de aantekeningen vs. 6, Gen. 48:6.

Ge 48.6,6

Judges 5:23

62) Meroz,

Een stad of landstreek, nabij de beek Kison, niet ver van de plaats, waar de slag geschied is, aan de zuidelijke grenzen van Issaschar.

63) Engel des HEEREN,

Vergelijk onder, Richt. 6:11, enz.

Jud 6.11

64) vloekt haar inwoners geduriglijk;

Hebreeuws, vloekt vloekende.

65) des HEEREN, tot de hulp des HEEREN,

Dat is, tot Isra‰ls hulp, die de Heere bevolen en beschikt heeft. Of, tot de hulp van des Heeren volk. Anders is het menselijkerwijze gesproken van God, die eigenlijk niemands hulp van doen heeft.

66) de helden.

Die Barak en Debora gevolgd zijn.

Judges 6:14

22) keerde Zich de HEERE tot hem,

Of, de Heere zag hem aan, zag op hem; gevende hem meteen bevel en de nodige krachten om Isra‰l te verlossen, gelijk volgt.

23) deze uw kracht,

Die gij nu van mij ontvangt.

24) heb Ik u niet gezonden?

Immers ja, wil de Heere zeggen: want gij hoort mij zeggen ga, met belofte van een goede uitkomst. Daarom twijfel niet, of gij zult verrichten, waartoe Ik u zend. Vergelijk boven, Richt. 4:6.

Jud 4.6

Judges 6:16

28) enigen man.

Alsof gij maar met ‚‚n man te doen hadt; dat is, gij zult hen lichtelijk verstaan.

Copyright information for DutKant