Genesis 18:19

39) hem gekend,

Dat is, Ik heb hem uitverkoren, bezind en verzorgd als mijn eigendom. Alzo wordt het woord kennen genomen in verscheidene plaatsen, als Ps. 1:6; Jer. 1:5, en Jer. 24:5; Hos. 13:5; Amos 3:2; Joh. 10:27; 2 Tim. 2:19.

Ps 1.6 Jer 1.5 24.5 Ho 13.5 Am 3.2 Joh 10.27 2Ti 2.19

40) opdat hij

Aldus worden de Hebreeuwse woordjes, die hier gebruikt zijn, genomen Lev. 17:5; Deut. 20:18, en Deut. 27:3, enz.

Le 17.5 De 20.18 27.3

41) den weg

Dat is, het voorschrift van Gods Woord, ons onderwijzende in al hetgeen ons geloof en onzen wandel aangaat. Zie Ps. 51:15, enz.

Ps 51.13

42) om te

Een manier van spreken dikwijls in de Heilige Schrift gebruikt, betekende al wat goed en recht is, begrepen in de eerste en tweede tafel der wet, tot het privaat of publiek leven behorende. Verg. Ps. 119:121.

Ps 119.121

1 Kings 8:36

64) goeden weg

Alzo mede genaamd 1 Sam. 12:23. Anders, den weg des Heeren, Ps. 27:11; der waarheid, Ps. 119:30; des verstands, Spreuk. 9:6; der heiligheid, Jes. 36:8; der gerechtigheid, 2 Petr. 2:21; des levens, Spreuk. 6:23, enz.

1Sa 12.23 Ps 27.11 119.30 Pr 9.6 Isa 36.8 2Pe 2.21 Pr 6.23

Proverbs 2:13

21) de paden

Zie boven Spreuk. 2:8.

Pr 2.8

22) verlaten,

Vergelijk 2 Kron. 12:1.

2Ch 12.1

23) te gaan

Dat is, te leven in ongeloof, dwaling, moedwillige zonde, ongerustheid des gemoeds, kwelling en ellende. Alzo is het woord duisternis genomen voor allerlei kwaad, hetwelk is in het verstand, den wil, de gevoelens, woorden, daden en in het gehele leven des mensen. Vergelijk Pred. 2:14; Jes. 9:1; Rom. 2:19; Ef. 5:8,11.

Ec 2.14 Isa 9.2 Ro 2.19 Eph 5.8,11

Proverbs 2:19-20

36) tot haar ingaan,

Zie Gen. 6:4.

Ge 6.4

37) zullen niet wederkomen,

Te weten, van den weg des doods, dien zij door de zonde van overspel ingegaan zijn.

38) des levens

Dat is, die ten leven leiden. Alzo onder, Spreuk. 5:6, en Spreuk. 6:23, en Spreuk. 15:24.

Pr 5.6 6.23 15.24
39) Opdat

Spreuk. 2:20 hangt aan het voorgaande Spreuk. 2:11; zo zal de bedachtzaamheid, enz. of van Spreuk. 2:16: om u te redden van de, enz.

Pr 2.20,11,16

40) paden

Dat is, de voorbeelden der vromen, die God recht gekend en gevreesd hebben. Dezen wordt ons bevolen na te volgen, en niet degenen, die zich tot onkuisheid of andere zonden begeven.

41) rechtvaardigen.

Dezen worden overal in dit boek gesteld tegen de goddelozen en onvromen, die God niet kennen of gehoorzamen.

Proverbs 4:11

20) in de rechte sporen.

Hebreeuws, in de sporen der richtigheid, of, oprechtheid; dat is, op rechte wegen. Zie boven Spreuk. 2:8. Van het woord spoor zie in dezelfde plaats Spreuk. 2:9.

Pr 2.8,9
Copyright information for DutKant