Genesis 19:14

26) nemen

Dat is, trouwen. Alzo boven Gen. 6:2, en onder Gen. 24:3, en Gen. 28:6, en Gen. 34:9; Deut. 7:3.

Ge 6.2 24.3 28.6 34.9 De 7.3

27) als jokkende.

Een levend beeld van de zorgeloze en vleselijke mensen, ten tijde van nakende straffen. Zie Matth. 24:38; Luk. 17:28,29; 1 Thess. 5:3.

Mt 24.38 Lu 17.28,29 1Th 5.3
Copyright information for DutKant