Genesis 19:17
32) hij: Te weten, de Heere, die bij Abraham was blijven staan; boven Gen. 18:22, en later van hem weggegaan, Gen. 19:33. Hoewel enigen menen dat het een van de engelen geweest is, die Lot verschenen waren. Ge 18.22 19.33 33) Behoud Of, ontkomt, aldus in het volgende. 34) levens Hebr. ziel, gelijk onder Gen. 37:21; Deut. 22:26; Joz. 2:13; 1 Kon. 19:3; 2 Kon. 7:7; Matth. 2:20. De zin is: dat hij zijn goederen moest vergeten, maar op zijn leven denken. Ge 37.21 De 22.26 Jos 2.13 1Ki 19.3 2Ki 7.7 Mt 2.20 Amos 2:15
37) bestaan, Of, blijven staan, die anderzins een kloek en dapper krijgsman placht te zijn.
Copyright information for
DutKant