Genesis 2:3

4) heeft den zevenden

Dat is, God heeft hem verheven boven de andere dagen, en waardiger gemaakt dan dezen. Verg. het woord zegenen met Gen. 24:31. De waardigheid is in het gebruik, hetwelk door het volgende woord heiligen te kennen gegeven wordt, betekenende iets, dat gemeen is, tot een heilig gebruik afzonderen. Alzo Exod. 13:2; Lev. 8:10; Num. 7:1; 1 Kon. 8:64, enz.

Ge 24.31 Ex 13.2 Le 8.10 Nu 7.1 1Ki 8.64

5) om te volmaken.

Dat is, om tot al zulke gebruiken en einden, als met Gods wijsheid overeenkomen, maar eens iegelijken aard op het sierlijkste en bekwaamste te schikken, zoals zij nu zijn. Anders, scheppende gemaakt had.

Exodus 28:41

42) ook zijn zonen

Hebreeuws, met hem.

43) zult hen zalven,

Te weten, met de heilige olie, zoals God die te maken bevolen heeft. Zie Exod. 30:23, en Exod. 29:7.

Ex 30.23 29.7

44) hun hand vullen,

Zie Lev. 8:33.

Le 8.33

Exodus 29:1

1) volkomen rammen;

Zie Exod. 12:5.

Ex 12.5

Leviticus 8:11-12

17) wasvat en zijn voet,

Dat is, een vat, waarin de priesters, wanneer zij in den tabernakel gingen, hunne handen en voeten, mitsgaders het vlees der offeranden en het gereedschap, tot den godsdienst behorende, wiesen. Zie Exod. 30:18,19,20, en Exod. 40:7,30, en boven, Lev. 6:28.

Ex 30.18,19,20 40.7,30 Le 6.28

2 Chronicles 7:7

11) Salomo heiligde

Zie de verklaring van 2 Kron. 7:7 in de aantekening van 1 Kon. 8:64.

2Ch 7.7 1Ki 8.64

12) vet niet bevatten.

Versta, der dankoffers. Zie 1 Kon. 8:64.

1Ki 8.64

Joel 1:14

28) Heiligt een vasten,

Dat is, voorbereidende door een heilige betrachting van dit zwaar oordeel Gods, zo verordineert en stelt zekeren tijd aan, in welken gij samenkomende en u uitwendig en inwendig voor den Heere vernedert, uwe boetvaardigheid openlijk betuigt en hem om genade bidt. Alzo onder Joel 2:12,15.

Joe 2.12,15

29) verbodsdag uit,

Zie Lev. 23:36.

Le 23.36

30) oudsten,

Dat is, regeerders; zie in Joel 1:2.

Joe 1.2
Copyright information for DutKant