Genesis 2:4

6) geboorten

Dat is, oorsprong of beginselen. Verg. Ps. 90:2 met de aant.

Ps 90.2

7) de HEERE God

Na de voleinding van het werk der schepping, wordt hier allereerst God de naam van JEHOVAH gegeven, betekenende den zelfstandige, den zelfwezende, van zichzelven zijnde van eeuwigheid tot eeuwigheid en de oorsprong of oorzaak van het wezen aller dingen, waarom ook deze naam den waren God alleen toekomt. Onthoud dit eens voor al: waar gij voortaan het woord HEERE met grote letters geschreven vindt, dat aldaar in het Hebr. het woord JEHOVAH of korter JAH staat.

Isaiah 41:4

12) roepende

Of, [wie] roept, enz., dat is, wie maakt dat de mensen, het ene geslacht voor, het andere na, elkander volgen, en dat alzo de wereld nimmermeer zonder bewoners is?

13) van den beginne?

Hebreeuws, van het hoofd af; te weten van den beginne der wereld.

14) met den Laatste

Anders: en bij de laatste, Ik ben dezelfde. Jes. 41:4 mag ook aldus vertaald worden: Wie heeft gewrocht en gemaakt, [en] roept de eeuwen, die van den beginne geweest zijn? Ik de Heere, die de eerste ben; en die na dezen zijn zullen. Ik dezelfde.

Isa 41.4
Copyright information for DutKant