Genesis 2:4

6) geboorten

Dat is, oorsprong of beginselen. Verg. Ps. 90:2 met de aant.

Ps 90.2

7) de HEERE God

Na de voleinding van het werk der schepping, wordt hier allereerst God de naam van JEHOVAH gegeven, betekenende den zelfstandige, den zelfwezende, van zichzelven zijnde van eeuwigheid tot eeuwigheid en de oorsprong of oorzaak van het wezen aller dingen, waarom ook deze naam den waren God alleen toekomt. Onthoud dit eens voor al: waar gij voortaan het woord HEERE met grote letters geschreven vindt, dat aldaar in het Hebr. het woord JEHOVAH of korter JAH staat.

Job 15:7

11) de eerste

Dat is, de oudste van alle mensen, zulks dat gij meer weten zoudt dan iemand, en dat een ieder voor u zou moeten wijken als voor den oudste, den wijste en aanzienlijkste.

12) de heuvelen

Dat is van eeuwigheid geweest, of eer de wereld geschapen was; vergelijk Ps. 90:2; Spreuk. 8:25.

Ps 90.2 Pr 8.25

13) voortgebracht?

Het Hebreeuwse woord is gebruikt van de ordinaire geboorte des mensen, Ps. 51:7, en van de wonderbare geboorte des Eniggeborenen van den Vader, die de wijsheid Gods is; Spreuk. 8:24,25.

Ps 51.5 Pr 8.24,25

Job 38:28-29

65) Heeft de regen

Hij wil zeggen: Neen hij; maar ik alleen breng hem voort. Alzo in het volgende.

66) rijm des hemels?

Het Hebreeuwse woord is ook in deze betekenis genomen Exod. 16:14; Ps. 147:16.

Ex 16.14 Ps 147.16

Isaiah 51:2

5) Aanschouwt Abraham,

Dit is ene verklaring der naastvoorgaande woorden.

6) Ik riep hem,

De zin is: Gelijk Ik Abraham en Sara, onaangezien zij beiden stokoud waren, tot een groot volk gemaakt heb; alzo zal Ik ook mijne kerk wonderbaarlijk vermeerderen, onaangezien gij Joden nu een veracht en hard gedrukt volk zijt.

7) toen hij [nog]

Of, toen hij [nog] enig was. Hebreeuws, toen hij een was; toen hij nog gene kinderen, ja, geen hoop van kinderen te krijgen had; zie Rom. 4:19.

Ro 4.19
Copyright information for DutKant