Genesis 2:6

10) Maar

Te weten, nu of daarna; want Mozes verhaalt nu hier het gewone middel van God in de natuur daargesteld, om kruiden, struiken en bomen uit de aarde voort te brengen, namelijk, den damp, die den regen veroorzaakt en het aardrijk bevochtigt.

11) een damp

Welke, door de hitte der zon uit het water en de aarde opgetrokken zijnde, stijgt tot in de middenlucht, waar hij door haar koude in wolken verandert, en daarna wederom ontsluit en regen wordt, waarmede het aardrijk dan bevochtigd wordt.

12) den gansen

Hebr. het ganse aangezicht des aardbodems.

1 Kings 18:45

76) ondertussen,

Hebreeuws, tot hier en tot hier; dat is, ondertussen, en terwijl Achab zich gereed maakte om naar huis te rijden. Of, dat is, hier en daar, of overal werd de hemel zwart.

77) kwam een groten regen;

Hebreeuws, was, of werd.

78) Jizreel.

Een stad, gelegen in de palen der stammen van Manasse en Issaschar, Joz. 19:18, en te onderscheiden van een andere stad van dezen naam, gelegen in den stam van Juda; Joz. 15:56.

Jos 19.18 15.56
Copyright information for DutKant