Genesis 2:6

10) Maar

Te weten, nu of daarna; want Mozes verhaalt nu hier het gewone middel van God in de natuur daargesteld, om kruiden, struiken en bomen uit de aarde voort te brengen, namelijk, den damp, die den regen veroorzaakt en het aardrijk bevochtigt.

11) een damp

Welke, door de hitte der zon uit het water en de aarde opgetrokken zijnde, stijgt tot in de middenlucht, waar hij door haar koude in wolken verandert, en daarna wederom ontsluit en regen wordt, waarmede het aardrijk dan bevochtigd wordt.

12) den gansen

Hebr. het ganse aangezicht des aardbodems.

2 Samuel 22:12

20) samenbinding der wateren,

In de dikke zwarte wolken houdt God de wateren als samengebonden, ontbindende en nederstortende dezelve als het hem belieft. Zie Job 26:8.

Job 26.8
Copyright information for DutKant