Genesis 20:16
36) uw broeder Hiermede geeft hij Sara bedektelijk te verstaan, dat zij gelegenheid gegeven had tot dit kwaad, zeggende dat Abraham haar broeder was. 37) duizend Hebr. duizend zilvers. Dat is, naar het algemeen gevoelen, duizend zilveren sikkels, of zilverlingen. En alzo er tweerlei sikkels waren, de burgerlijke sikkel, bedragende wat meer dan een oord (een vierde deel van een rijksdaalder); de ander, des heiligdoms, wegende dubbel zoveel; zo wordt gemeend dat hier gemeente of burgerlijke sikkels te verstaan zijn; makende deze duizend zilverlingen weinig meer dan de som van 250 rijksdaalders. 38) zij u Dat is, beken na dezen vrijelijk dat hij uw echte man is, en dek uw aangezicht, tot een teken dat gij getrouwd zijt, en dat hij daarom een schut en scherm uwer kuisheid is. Zie van dit dekken des aangezichts van de vrouwen, onder Gen. 24:65, en 1 Cor. 11:10. Anders, het zij u tot een deksel, enz., te weten, het geld zij u gegeven om zulk een deksel te kopen. Ge 24.65 1Co 11.10 39) allen, Dat is, niet alleen, die bij u verkeren, maar ook bij de vreemden. 40) en wees Dat is, wees geleerd en gewaarschuwd, om hierna voorzichtiger te zijn; of, en dit alles opdat gij geleerd zijt. Sommigen nemen dit, gelijk Mozes' woorden, aldus: zo werd zij bestraft. Exodus 21:32
56) hij zal Te weten, die, wien de os toekomt. 57) zijn heer dertig Te weten, den heer des knechts of der dienstmaagd. 58) zilverlingen geven, Zie Gen. 20:16. Ge 20.16 Leviticus 27:4
Copyright information for
DutKant