Genesis 20:18

44) ganselijk

Hebr. toesluitende toegesloten voor alle baarmoeder, dat is, Hij had haar onvruchtbaar gemaakt. Zie deze manier van spreken 1 Sam. 1:5,6; daarentegen betekent de opening der baarmoeder, de gave der vruchtbaarheid, ond Gen. 29:31.

1Sa 1.5,6 Ge 29.31

45) ter oorzake

Hebr. om de zaak van Sara.

Genesis 39:1

1) en Potifar,

Zie boven, Gen. 37:36

Ge 37.36

2) Isma‰lieten,

Zie boven, Gen. 37:25.

Ge 37.25

Genesis 39:23

33) zag gans

Hebr. was niet alle dingen ziende.

Copyright information for DutKant