Genesis 20:5
13) In Dat is, hierin is mijn hart zuiver van een overspelig voornemen, en mijn lichaam van onkuise daad. Zo wordt de inwendige en uitwendige onschuld en ongeveinsdheid, f in het algemeen van den gehelen wandel der vromen, f in het bijzonder van enige zaak en enig werk ook elder uitgedrukt, zo als 1 Kon. 9:4; 1 Kron. 29:17; Ps. 24:4, en Ps. 73:13, en Ps. 78:72, en Ps. 101:2. 1Ki 9.4 1Ch 29.17 Ps 24.4 73.13 78.72 101.2 14) mijner Hebr. mijner palmen, of van het hol mijner handen. Zie Job 17:9. Job 17.9
Copyright information for
DutKant