Genesis 20:6

15) gij dit

Hiermede wil God niet zeggen dat hij ten enenmale in het nemen van Sara onschuldig was, maar ten aanzien van het voornemen en de daad des overspels. Zelfs een enkel ongeveinsd voornemen, in een kwade daad, maar uit onbedachtzaamheid of onwetenden ijver spruitende, wordt aldus uitgedrukt, gelijk 2 Sam. 15:11; 1 Kon. 22:34, en 2 Kron. 18:33.

2Sa 15.11 1Ki 22.34 2Ch 18.33

16) van tegen

De misdaad aan Sara en Abraham rekent God als hemzelven aangedaan; verg. Ps. 51:6, en Ps. 105:14,15, Hand. 9:5.

Ps 51.4 105.14,15 Ac 9.5

17) toegelaten

Hebr. gegeven.

Copyright information for DutKant