Genesis 21:1

1) bezocht

God bezoekt op twee‰rlei wijze: •f met enige bijzondere weldaad en vervulling zijner belofte, als onder Gen. 50:24; Exod. 4:31; Ruth 1:6; Ps. 8:5, gelijk het woord hier ook genomen wordt; •f met uivoering van dreigementen en straffen, Exod. 20:5; Deut. 5:9; Ps. 59:6; Jes. 27:1.

Ge 50.24 Ex 4.31 Ru 1.6 Ps 8.4 Ex 20.5 De 5.9 Ps 59.5 Isa 27.1

Leviticus 18:25

34) zijn ongerechtigheid bezoeke,

Dat is, straf om zijne ongerechtigheid; alzo Jes. 26:21; Jer. 36:31. Zie Gen. 21:1.

Isa 26.21 Jer 36.31 Ge 21.1

35) uitspuwt.

Het Hebreeuwse woordje betekent eigenlijk door walging overgeven wat de maag niet kan verdragen; hetwelk bij gelijkenis gezegd wordt van een land, hetwelk met kwade inwoners bezwaard is. Alzo onder, Lev. 18:28, en Lev. 20:22.

Le 18.28 20.22
Copyright information for DutKant