Genesis 21:12

12) God

Te weten, des nachts, Gen. 21:14

Ge 21.14

13) al wat

Aangaande deze zaak van Isma‰l en Hagar.

14) Izak

Dat is, Gods volk, bij hetwelk het verbond Gods zal berusten, en inzonderheid de Messias, zullen niet voortkomen van Ismael, maar van Izak; mitsgaders die alleen zullen het ware geslacht van Abraham zijn; niet die naar de natuur vleselijk uit hem zullen voortkomen, gelijk Ismael; maar die door de genade en kracht der geestelijke belofte zijn kinderen zullen zijn, gelijk Izak; zie Rom. 9:6,7,7.

Ro 9.6,7,7

15) genoemd

Anders, geroepen worden.

Genesis 21:17

25) van den

Die ontwijfelbaar niet minder dan de moeder, in dezen droevigen staat zijnde, geschreid heeft.

26) ter plaatse

Hebr. in hetwelk, of in hetgeen waar hij is.

Galatians 4:23-24

91) naar het vlees geboren

Dat is, naar de kracht, werking en loop der natuur. Want Agar was nog jong toen zij haren zoon ontving, en Abraham nog bekwaam om kinderen te gewinnen.

92) door de beloftenis;

Namelijk is geboren geweest, dat is, door bovennatuurlijke werking Gods, die Abraham van God beloofd was; Gen. 18:10. Want Sara was onvruchtbaar, en nu negentig jaren oud, en Abraham honderd, beiden onbekwaam naar de natuur om kinderen te winnen; Gen. 17:17; Rom. 4:19.

Ge 18.10 17.17 Ro 4.19
93) die andere beduiding

Grieks allegoroumena; dat is, die wel een ware historie of geschiedenis zijn, maar benevens die ook wat anders beduiden, als zijnde voorbeelden of afbeeldingen van geestelijke zaken; gelijk ook de koperen slang, Joh. 3:14, het huwelijk van Adam en Eva, Ef. 5:32, de doorgang der Isra‰lieten door de Rode Zee, 1 Cor. 10:1,2, de zondvloed, 1 Petr. 3:20.

Joh 3.14 Eph 5.32 1Co 10.1,2 1Pe 3.20

94) deze

Namelijk twee vrouwen, Sara en Agar.

95) zijn

Dat is, beduiden, betekenen, afbeelden; een sacramentelijke wijze van spreken. Zie Gen. 41:26,27; Matth. 26:26.

Ge 41.26,27 Mt 26.26

96) de twee verbonden;

Namelijk het oude der wet, waarin beloofd wordt dat hij, die de wet volkomenlijk onderhoudt, de zaligheid daardoor verkrijgen zal, en het nieuwe des Evangelies, waarin het eeuwige leven beloofd wordt den zondaren die in Christus geloven. Zie Jer. 31:31, enz.; Hebr. 8:8,9,10.

Jer 31.31 Heb 8.8,9,10

97) het ene

Namelijk het verbond der wet.

98) van den berg Sina,

Dat is, dat zijn oorsprong daarvan heeft, waar het van God het volk door Mozes is voorgesteld en van het volk aangenomen.

99) tot dienstbaarheid

Dat is, kinderen voorbrengende, die onder de dienstbaarheid zijn. Want de wet eist van de mensen een volkomen gehoorzaamheid, of bij gebrek van die verkondigt hun den vloek.

100) hetwelk is Agar.

Dat is, hetwelk door de dienstmaagd Agari is afgebeeld, die zelve een slavin zijnde, uit het huis is gedreven, en wier kinderen met de zonen der vrije niet erven, Gen. 21:10; want die van ene slaven geboren worden zijn ook slaven en geen erfgenamen.

Ge 21.10
Copyright information for DutKant