Genesis 22:4

10) Aan den

Deze verheid van plaats en reis van omtrent drie dagen, diende tot klaarder openbaring van Abrahams zonderlinge bestendigheid.

Genesis 22:14

26) Abraham

Vergelijkende zijn vertrouwen Gen. 22:8, met deze uitkomst.

Ge 22.8

27) HEERE

Versta, dat de berg Moria den naam heeft van het antwoord, dat Abraham zijn zoon gaf, Gen. 22:8, gelijk ook het woord Moria schier hetzelfde betekent; dat is, het gezicht Gods.

Ge 22.8

28) Op den

Een spreekwoord, gebruikt van degenen, die in den uitersten nood zijnde, en geen menselijke uitkomst ziende, zich op de trouwe voorzienigheid Gods verlieten.

1 Chronicles 22:1

1) Hier zal

Anders, hier is het huis; te weten, waar de dorsvloer van Ornan den Jebusiet was. Alsof David zeide: Nu zie ik dat God deze plaats heeft uitverkoren, dat Hij daar wil wonen, en dat wij Hem daar ordinairlijk dienen zullen, nu Hij mij door het vuur uit den hemel geantwoord heeft; boven, 1 Kron. 21:26. Zie Deut. 12:5,6,7.

1Ch 21.26 De 12.5,6,7

2 Chronicles 3:1

1) Moria,

Dat is, de berg des gezichts, op welken Abraham wat minder dan negen honderd jaren tevoren was bevolen geweest zijn zoon Izak te offeren. Van de reden en den oorsprong dezer benaming, zie Gen. 22:2,8,14, en de aantekening daarop.

Ge 22.2,8,14

2) gewezen was,

Namelijk, van den profeet Gad, 2 Sam. 24:18; 1 Kron. 21:18, enz. Anders, waar de [HEERE] zijnen vader David verschenen was, te weten, door het vuur, hetwelk uit den hemel gevallen was op het altaar en het offer, waarvan te zien is 1 Kron. 21:26.

2Sa 24.18 1Ch 21.18,26

3) Ornan,

Van welken David deze plaats gekocht had om den tempel daarop te bouwen; 2 Sam. 24:24; 1 Kron. 21:24,25.

2Sa 24.24 1Ch 21.24,25
Copyright information for DutKant