Genesis 23:5

Genesis 50:5-6

9) Zie, ik sterf;

Zie boven, Gen. 48:21, en hier Gen. 50:24.

Ge 48.21 50.24

10) dat ik mij in

Aldus hebben ook anderen, toen zij nog leefden, hun graf tegen hun dood laten bereiden. Zie 2 Kron. 16:14; Jes. 22:16; Matth. 27:60.

2Ch 16.14 Isa 22.16 Mt 27.60

Numbers 33:4

5) Als de Egyptenaars begroeven

Alhoewel de Egyptenaar door deze begrafenissen hunner eerstgeborenen ten hoogste mochten vertoornd en verbitterd zijn geworden tegen de Isra‰lieten, die zij voor hun ogen zagen vertrekken, heeft hen God nochtans alzo verslagen en versaagd gemaakt, dat zij het hart niet hebben gehad om den kinderen Isra‰ls enig leed te doen, of hun vrediglijk vertrek te verhinderen.

6) gerichten geoefend

Zie Exod. 12:12, en vergelijk Jes. 19:1.

Ex 12.12 Isa 19.1

Deuteronomy 21:23

28) zekerlijk ten zelven dage begraven;

Hebreeuws, begravende begraven.

29) een vloek.

Hebreeuws, een vloek Gods, gelijk boven, Deut. 17;1, een gruwel des HEEREN. Dit ziet wel in het algemeen op de misdaden, die gruwelijk zijn in des HEEREN ogen, maar in het bijzonder op het voornemen Gods aangaande onzen Zaligmaker Jezus Christus, die voor ons, die vanwege de zonde onder den vloek waren, den vloek zou dragen, en tot teken en verzekering daarvan aan het hout gehangen worden. Zie Gal. 3:13; 1 Petr. 2:24.

Ga 3.13 1Pe 2.24

Job 5:26

50) opgevoerd wordt.

Hebreeuws, opgaat, opklimt. Deze gelijkenis wordt genomen van vruchten, welke in den tijd des oogstes uit den akker verzameld zijnde, tezamen in grote hopen opeengelegd en daarna ingevoerd worden; want gelijk deze niet dan vol rijp zijnde zo opeengestapeld worden, en op den dorsvloer gebracht, alzo is het, dat de vromen in hun vollen ouderdom, wanneer die hun tot een zegen verstrekt, onverdrietelijk geraken tot hun graf, hetwelk een aardhoop genaamd wordt; onder, Job 21:32.

Job 21.32
Copyright information for DutKant