Genesis 24:22

27) voorhoofdsiersel

Het Hebr. woord betekent hier voorhoofdsiersel, gelijk blijkt onder Gen. 24:47, Jes. 3:21; Ezech. 16:12. Somtijds betekent het ook een oorring of oorsiersel, onder, Gen. 35:4, en Exod. 32:2,3.

Ge 24.47 Isa 3.21 Eze 16.12 Ge 35.4 Ex 32.2,3

28) een halve

Het Hebr. woord wordt verklaard een halven sikkel; Exod. 38:26.

Ex 38.26

29) sikkel, en

Omtrent den zilveren sikkel, zie boven, Gen. 20:16. De goudenen de zilveren sikkels hadden beiden een gewicht, de algemene wegende 160 gastkorrels, of een half lood; de heilige nog eens zoveel, namelijk 320 korrels, of een geheel lood. Een lood goud was tienmaal zoveel als een lood zilvers. Een lood zilvers deed een halven rijksdaalder, en bijgevolg een lood gouds vijf rijkdaalders, of twaalf en een halven gulden.

Ge 20.16

30) armringen

Die men nu gewoonlijk noemt braceletten.

31) aan haar

Versta hierbij, hij gaf die, of legde die aan haar handen, gelijk het woord nemen, in dit vs. Gen. 24:22 gesteld, dikwijls gebruikt wordt, hebbende niet alleen zijn eigen betekenis, maar ook een andere daaronder begrijpende; zie boven, Gen. 12:15.

Ge 24.22 12.15

1 Chronicles 21:25

31) zeshonderd gouden sikkelen

Indien dit gemene sikkels geweest zijn, zo weegt elke sikkel twee drachmen of Franse kronen. Zodat David voor die plaats gegeven heeft duizend twee honderd Franse kronen. Voor de ossen en het andere gereedschap gaf hij vijftig zilveren sikkels. Zie verder de aantekening Gen. 24:22, en 2 Sam. 24:24.

Ge 24.22 2Sa 24.24
Copyright information for DutKant