Genesis 24:27

36) Geloofd

Zie boven Gen. 14:20.

Ge 14.20

37) waarheid

De getrouwheid in het houden zijner beloften. Alzo ond. Gen. 32:10; Ps. 143:1; Jes. 38:18,19.

Ge 32.10 Ps 143.1 Isa 38.18,19

38) van mijn

Hebr. van met, of van bij mijnen heer; versta te bewijzen, of te oefenen.

39) aangaande

Hebr. ik, dat is, wat mij aangaat; alzo wordt het genomen boven Gen. 9:9, en Gen. 17:4; 1 Kron. 28:2; Ps. 35:13, en Ps. 41:13, en elders.

Ge 9.9 17.4 1Ch 28.2 Ps 35.13 41.12

40) broederen.

Dat is, magen, bloedvrienden. Zie boven, Gen. 13:8, en onder Gen. 24:48; Mark. 3:31,32.

Ge 13.8 24.48 Mr 3.31,32
Copyright information for DutKant