Genesis 24:49

57) trouw

Hebr. waarheid.

58) doen zult,

Hebr. zo gij zijt doende.

59) opdat ik

Dat is, opdat ik mij elders op den enen of op den anderen weg begeven mag, om mijns heren last uit te voeren.

60) wende.

Of, omzie ter rechter-, of ter linkerhand.

Zechariah 8:19

34) Het vasten der vierde,

Ingesteld ter gedachtenis dat de stad is doorgebroken geworden; Jer. 25:7.

Jer 25.7

35) het vasten der vijfde,

Zie Zach. 7:3.

Zec 7.3

36) der zevende,

Zie Zach. 7:5.

Zec 7.5

37) het vasten der tiende [maand,]

Ingesteld ter gedachtenis dat Jeruzalem is begonnen belegerd te worden; Jer. 52:4. Zie ook 2 Kon. 25.

Jer 52.4

38) den huize van Juda

Dat is, stam, geslacht van Juda.

39) tot vreugde, en tot blijdschap,

De zin is: Al het leed, hetwelk gijlieden totnogtoe gehad hebt, zal in vreugde veranderd worden; te weten, bij zoverre gij u tot den Heere bekeert en naarstig zijt in het opbouwen van mijn huis.

Copyright information for DutKant