Genesis 24:61

76) jonge

Die de vrienden haar tot gezelschap en dienst medegaven.

77) die knecht

Te weten, Abrahams knecht.

Numbers 22:22

24) omdat hij heentoog;

Te weten, met zulk een voornemen, om het volk Gods te vloeken. Anders, als.

25) tegenpartij;

Hebreeuws, Satan.

2 Chronicles 35:24

49) graven zijner vaderen;

Dat is, in een derzelve. Zie Gen. 19:29. Of, onder de graven zijner vaderen.

Ge 19.29

50) bedreven

Vergelijk Gen. 23:2, en de aantekening.

Ge 23.2

Jeremiah 17:25

77) mannen van Juda

Of, een iegelijk. Hebreeuws, man, gelijk boven Jer. 4:3.

Jer 4.3

78) bewoond worden

Of, zal blijven in eeuwigheid. Vergelijk boven Jer. 7:3,7, enz.

Jer 7.3,7
Copyright information for DutKant