Genesis 24:9

Genesis 39:16

Genesis 39:20

29) gevangenhuis,

Hebr. tot het huis der rondheid of des ronden torens. Deze gevangenis wordt ook een kuil genoemd, onder, Gen. 40:15, en Gen. 41:14.

Ge 40.15 41.14

30) gevangenen gevangen

Hebr. gebondenen gebonden. Versta hier zodanige gevangenen, die tegen den koning misdaan, of een groot crimen begaan hadden, en op den hals gevangen zaten.

Genesis 42:30

40) hij heeft

Hebr. hij heeft ons gegeven, geleverd, of, gesteld.

Exodus 21:4

7) een vrouw gegeven,

Een heidense of uitlandse slavin, of dienstmaagd, want dezen alleen mochten in slavernij gelaten worden, Lev. 25:44; maar met een Hebreeuwse vrouw mocht men alzo niet handelen, gelijk blijkt uit Exod. 21:7.

Le 25.44 Ex 21.7

8) met zijn lijf uitgaan.

Want de kinderen, die van een slavin geboren werden, waren ook slaven of lijfeigenen, gelijk blijkt Gen. 21:10; Gal. 4:24,25, enz.

Ge 21.10 Ga 4.24,25
Copyright information for DutKant