Genesis 25:25-26

50) kleed;

Het Hebr. woord betekent een overkleed, bijv. een mantel, rok.

51) Ezau.

Dat is, gemaakt, volmaakt, omdat hij haar had als een volwassen man.

52) Jakob.

Hebr. Jaacob. Deze naam betekent zoveel, alsof men zeide: hielhouder; zie onder, Gen. 27:36.

Ge 27.36

53) was zestig

Hebr. een zoon van zestig jaar. Gelijk Abraham honderd jaren oud zijnde, 25 jaren gewacht had naar de vervulling der belofte Gods, boven Gen. 12:4; alzo heeft Izak, nu oud zijnde zestig jaren, tevoren twintig jaren moeten wachten op de vervulling dezer belofte. Zo weet God de zijnen te beproeven en te oefenen.

Ge 12.4

54) als hij

Of, als zij hen baarde, want de tekst kan beide betekenen.

Copyright information for DutKant