Genesis 25:8

14) ouderdom,

Hebr. grijsheid, of grauwheid gelijk God hem beloofd had; bov., Gen. 15:15.

Ge 15.15

15) zat,

Dat is, moede zijnde van den arbeid dezes levens, en verlangende naar de rust des toekomenden.

16) werd tot

Verg. boven Gen. 15:15.; idem, zie deze manier van spreken onder, Gen. 25:17, en Gen. 49:29; Num. 20:24, en Num. 27:13; Richt. 2:10.

Ge 15.15 25.17 49.29 Nu 20.24 27.13 Jud 2.10

Genesis 35:29

47) gaf den

Verg. boven, Gen. 25:8.

Ge 25.8

48) tot zijne

Zie boven, Gen. 15:15.

Ge 15.15

49) begroeven hem.

Te weten, in de spelonk, waarvan te lezen is boven, Gen. 23, waarin ook Abraham begraven lag, boven, Gen. 25:9. Deze was in Hebron, waar Izak gestorven is. Dit is geschied lang na dezen tijd, overmits Jakob wel 23 jaren in Kana„n na zijn wederkomst uit Mesopotami‰ gewoond had, eer zijn vader stierf. Maar het wordt hier door Mozes verhaald, om hiermede Izaks historie te eindigen, en Jakobs historie te vervolgen.

Ge 25.9

1 Chronicles 23:1

Job 42:17

39) zat.

Vergelijk Gen. 25:8, en de aantekening.

Ge 25.8
Copyright information for DutKant