Genesis 26:11
18) aanroert, Dat is, beschadigt, hetzij met woorden of werken, aan lijf, eer of goed. Aanroeren, voor: beschadigen, wordt ook gebruikt onder, Gen. 26:29; Joz. 9:19; Ruth 2:9; Job 1:11; Ps. 105:15; Zach. 2:8. Ge 26.29 Jos 9.19 Ru 2.9 Job 1.11 Ps 105.15 Zec 2.8 19) zal voorzeker Hebr. stervende gedood worden, of met den dood gedood worden.
Copyright information for
DutKant