Genesis 26:11

18) aanroert,

Dat is, beschadigt, hetzij met woorden of werken, aan lijf, eer of goed. Aanroeren, voor: beschadigen, wordt ook gebruikt onder, Gen. 26:29; Joz. 9:19; Ruth 2:9; Job 1:11; Ps. 105:15; Zach. 2:8.

Ge 26.29 Jos 9.19 Ru 2.9 Job 1.11 Ps 105.15 Zec 2.8

19) zal voorzeker

Hebr. stervende gedood worden, of met den dood gedood worden.

Isaiah 53:4

20) Waarlijk,

Of, nochtans, alsof hij zeide: Maar, om de waarheid te zeggen, wij hebben Hem ongelijk gedaan, en wij steken in groot misverstand; want aldus is de Messias onzenthalve gesteld: Hij heeft al onze geestelijke ziekten, dat is zonden, op zich genomen, om voor dezelve te betalen, waarvan de lichamelijke gezondmaking ene afbeelding was; Matth. 8:17.

Mt 8.17

21) op Zich genomen,

Als borg betalende de schuld, die wij gemaakt hadden.

22) gedragen;

Of, op zich geladen en als een zwaren last gedragen.

23) wij achtten Hem,

Te weten wij Joden, stekende in groot misverstand en oordelende naar ons verkeerd oordeel, zo menen wij dat Hij dit alles leed omdat Hij het met zijn eigen zonden en overtredingen verdiend had; maar het is daarmede veel anders gelegen, gelijk Jes. 53:5 gezegd wordt. Hebreeuws, wij achtten Hem een geplaagde, geslagene Gods en verdrukte.

Isa 53.5

24) geslagen en verdrukt was.

Of, geraakt was; zie Job 19:21.

Job 19.21
Copyright information for DutKant