Genesis 26:19-21

32) van levend

Dat voortkwam uit verborgen aders, altijd klaar, vers en drinkbaar water opwellende. Verg. Lev. 14:5,50, en 15:13; Num. 19:17; Hoogl. 4:15.

Le 14.5,50 15.13 Nu 19.17 So 4.15
33) hij den

Te weten, Izak.

34) Esek,

Dat is, twist, gekijf.

35) Sitna.

Dat is, vijandschap, haat, wederstand. Van hetzelfde Hebreeuwse woord wordt de duivel genoemd Satan, dat is, wederpartijder, hater.

Judges 1:15

24) zegen;

Zie Gen. 33:11.

Ge 33.11

25) dor land gegeven hebt,

Hebreeuws, Zuidland.

Copyright information for DutKant