Genesis 27:26

31) kus mij,

De kus is bij de ouden in zulke statelijke zegeningen gebruikelijk geweest, tot verering en bewijs van goedwilligheid. Zie onder, Gen. 48:10.

Ge 48.10

32) den reuk zijner

Waardoor hij zich nog meer verzekerde dat Jakob zijn zoon Ezau was; alsof hij zeide: zijn klederen rieken niet naar den stal der beesten, maar naar het lieflijke veld.

33) de reuk mijns

Dat is, de reuk der klederen mijns zoons.

34) als de

Welke meest veroorzaakt wordt door de gematigheid der lucht, de goedheid van het land, en de kostelijken overvloed van allerlei gewas. De zin is: gelijk de goede reuk ener landstreek een teken is van haar schone gelegenheid, kostelijke vruchten en groten overvloed, alzo is de reuk van de klederen mijns zoons mij een teken van zijne en der zijnen toekomende gelukzaligheid, die bij een uitnemende landbouw zal te vergelijken zijn.

Copyright information for DutKant