Genesis 28:20-22
35) beloofde Te weten, begerende van God enige weldaden, waarvoor hij zich verbond tot dankbaarheid. 36) brood om Zie boven, Gen. 3:19. Ge 3.19 37) in vrede Verg. boven, Gen. 26:29. Ge 26.29 38) tot een Dat is, ik zal hem geduriglijk voor den waren God en Zaligmaker erkennen en belijden; en tot dat einde den godsdienst instellen, gelijk volgt. 39) zal een Dat is, een plaats, welke ik heiligen zal tot den godsdienst voor mij en de mijnen. Verg. boven, Gen. 28:17, en zie de vervulling onder, Gen. 35:1,3,7. Ge 28.17 35.1,3,7 40) voorzeker Hebr. ik zal tiendende tienen, dat is, zekerlijk de tienden geven; te weten, tot onderhouding van den godsdienst en tot oefening van alle weldadigheid aan de nooddruftigen. Verg. onder, Gen. 35:3,7. Ge 35.3,7
Copyright information for
DutKant