Genesis 28:22
39) zal een Dat is, een plaats, welke ik heiligen zal tot den godsdienst voor mij en de mijnen. Verg. boven, Gen. 28:17, en zie de vervulling onder, Gen. 35:1,3,7. Ge 28.17 35.1,3,7 40) voorzeker Hebr. ik zal tiendende tienen, dat is, zekerlijk de tienden geven; te weten, tot onderhouding van den godsdienst en tot oefening van alle weldadigheid aan de nooddruftigen. Verg. onder, Gen. 35:3,7. Ge 35.3,7 Deuteronomy 14:22
8) getrouwelijk vertienen Hebreeuws, vertienende vertienen. Zie Lev. 27:30. Le 27.30 9) elk jaar van het veld voorkomt. Hebreeuws, jaar, jaar; dat is, elk jaar, jaar op jaar. Deuteronomy 26:12
6) zult geeindigd hebben Dat is, alle tienden bijeen zult gebracht hebben. Zie van de tienden Lev. 27:30. Le 27.30 7) poorten eten Dat is, steden of plaatsen uwer woning.
Copyright information for
DutKant