Genesis 28:4

5) den zegen

Dat is, die Abraham beloofd is, boven, Gen. 12:3,7, en Gen. 15:1,4,5,7 en Gen. 17:5,6,8.

Ge 12.3,7 15.1,4,5,7 17.5,6,8

6) uwer

Zie boven, Gen. 17:8.

Ge 17.8

Genesis 36:7

21) hun have

Namelijk, van Jakob en Ezau; hoewel Ezau in dezen tijd in Se‹r woonde, nochtans schijnt het, dat hij, met zijn broeder verzoend zijnde, met ter woon wedergekeerd is naar het land Kana„n; maar aangezien zij daar, beiden vreemdelingen zijnde, geen ruimte genoeg hadden voor hun vee, zo zou Ezau wedergekeerd zijn naar Se‹r.

22) land hunner

Dat is, het land Kana„n. Zie boven, Gen. 17:8.

Ge 17.8

Genesis 37:1

1) der

Zie boven, Gen. 17:8.

Ge 17.8
Copyright information for DutKant